Zicht op andere baan tijdens onderhandelingen over een VSO

Datum: juni 20, 2024 Tags: werkgevers , werknemers

Wanneer een werknemer te horen krijgt dat diens baan op de tocht staat, is het verleidelijk om meteen op zoek te gaan naar een nieuwe baan. Dit kan echter risico’s met zich meebrengen, vooral tijdens onderhandelingen over een beëindigingsregeling. In deze blog en video leg ik uit waarom het belangrijk is om voorzichtig te zijn met sollicitaties en wat de juridische implicaties kunnen zijn als een werknemer niet open is over diens sollicitatiestatus. Zowel werknemers als werkgevers krijgen praktische adviezen voor dit complexe proces.

Als een werknemer te horen krijgt dat diens baan op de tocht komt te staan, is de kans vrij groot dat de werknemer het ontslag wil aanvechten en/of onderhandelen over een aangeboden beëindigingsregeling. 

Tegelijkertijd voelt het voor de meeste werknemers tegennatuurlijk op de handen te zitten wachten tot de kwestie is afgehandeld. De meeste werknemers gaan ondertussen alvast op zoek naar een andere baan. Heel begrijpelijk, want als de arbeidsovereenkomst toch tot een einde komt, is het wel fijn alvast zicht te hebben op een baan. Toch is dit niet zonder risico’s. 

Een van de eerste dingen die ik mijn werknemer-cliënten daarom altijd adviseer, is om nog vooral NIET op zoek te gaan naar een andere baan. Oriënteren op de arbeidsmarkt is prima, maar het is af te raden al in sollicitatiegesprekken te belanden voor een functie die je stiekem echt graag zou willen, terwijl nog niet duidelijk is op welke termijn partijen overeenstemming met elkaar weten te bereiken over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat klinkt misschien vreemd, maar áls u als werknemer het belangrijk vindt een (substantiële) beëindigingsvergoeding bijgeschreven te krijgen, is dat wel aan te raden.

In de wet is namelijk – kort gezegd – bepaald dat een overeenkomst die onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en die bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, vernietigbaar is indien degene die informatie voor zich heeft gehouden de ander niet heeft ingelicht. Concreet komt het hierop neer. 

Bent u aan het onderhandelen over uw beëindigingsregeling en vraagt uw werkgever specifiek naar uw zicht op ander werk (in loondienst of als ondernemer)? U dient dan naar waarheid te antwoorden. Bent u inmiddels uitgenodigd voor een tweede sollicitatiegesprek? Uit een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden volgt vervolgens dat de werknemer in een dergelijk geval kan volstaan met de mededelingen dat hij sollicitaties heeft lopen maar nog geen concreet aanbod heeft gekregen. 

Als een werkgever méér wil weten over de precieze stand van zaken waarin die sollicitaties zich bevinden, dan moet de werkgever daarnaar vragen. De werkgever die dat niet doet, kan zich achteraf niet met succes op dwaling beroepen als hij er daarna bekend mee raakt dat de werknemer op dat moment (van de mededeling dat er sollicitaties liepen) al een tweede gesprek had gehad. Er geldt dus géén spontane mededelingsplicht voor de werknemer ten aanzien van de fase waarin de sollicitatiegesprekken zich bevinden.  

Meestal vraagt de werkgever niet specifiek of u al zicht hebt op een andere baan. Ook in de vaststellingsovereenkomst wordt hierover niet meer standaard een bepaling opgenomen.

Dat komt omdat uit vaste rechtspraak volgt dat de werknemer een mededelingsplicht heeft, óók als de werkgever geen gerichte vraag aan de werknemer stelt over het hebben van concreet zicht op een andere baan. Het doet er overigens niet toe op wiens initiatief er wordt onderhandeld over een beëindigingsregeling. Hierbij wordt er wel vanuit gegaan dat de onderhandelingen zich in een zo ver gevorderd stadium bevinden dat het zeer waarschijnlijk is dat de nieuwe werkgever een concreet en gedetailleerd aanbod zal doen aan de werknemer. Daarbij is ook van belang dat het vrij zeker moet zijn dat dat aanbod door de werknemer zal worden aanvaard. 

Indien de werkgever er achteraf achter komt dat u, op het moment dat u een handtekening plaatste onder een vaststellingsovereenkomst, concreet zicht had op ander werk, in loondienst of als zelfstandige, terwijl u dat niet hebt gemeld, kan de werkgever met een beroep op dwaling de overeenkomst vernietigen. Dan heeft deze nooit bestaan en dan dient de werknemer de ontvangen betalingen aan de werkgever terug te betalen. 

Kortom, bent u een werknemer en bent u aan het onderhandelen over een beëindigingsregeling? Let er dan op dat u geen concreet zicht hebt op het moment dat u uw handtekening onder een vaststellingsovereenkomst zet. 

Bent u een werkgever en bent u met een werknemer aan het onderhandelen? Vindt u het relevant precies te weten in welke fase van sollicitatiegesprekken de werknemer zich ondertussen bevindt? Vraag daar dan specifiek naar. Dat is ook handig voor de onderhandelingen, daar meestal toch als uitgangspunt wordt genomen dat de werknemer na de einddatum inkomensverlies zal lijden. 

Hebt u niet gevraagd naar een eventueel zicht op een andere baan, maar constateert u dat de werknemer wel heel vlot na het sluiten van een beëindigingsovereenkomst een nieuwe arbeidsovereenkomst elders is aangegaan, dan kunt u overwegen bij de werknemer informatie op te vragen over hoe het sollicitatieproces is verlopen. Blijkt daaruit dat de werknemer u niet heeft geïnformeerd, terwijl dat wel had gemoeten?  Dan kunt u zich mogelijk beroepen op dwaling.