Wet DBA: de belangrijkste informatie op een rij

Datum: mei 10, 2017 Tags: opdrachtgevers / zzp’ers

In 2016 is er veel te doen geweest over de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (wet DBA). Ook in 2017 zal de Wet DBA de gemoederen bezig blijven houden. En hoewel de laatste berichten zijn dat de handhaving van de Wet DBA voorlopig tot 1 juli 2018 wordt uitgesteld, is het (nog steeds) voor iedere

opdrachtgever die met zzp-ers werkt en iedere zzp-er, ontzettend belangrijk de Wet DBA op de juiste wijze toe te passen. Het is namelijk alleen de handhaving van de wet die is uitgesteld – de wet is op 1 mei 2016 gewoon in werking getreden en is dus geldend recht.

Ik hoor in de praktijk vaak dat men denkt dat er met de afschaffing van de VAR per 1 mei 2016 nieuwe regels in het leven zijn  geroepen voor het werken met zzp-ers. Strict genomen, klopt dat niet. De regels zijn gelijk aan de regels vóór de inwerkingtreding van de Wet DBA, alleen worden de regels sinds 1 mei 2016 scherper (en daarmee: anders) beoordeeld. Het beoordelingskader is erop gericht vast te stellen of de zzp’er wel een echte zelfstandige is en er niet toch een verkapt dienstverband bestaat.

Waarom is de Wet DBA geïntroduceerd?

De ratio achter de inwerkingtreding van de Wet DBA is het aanpakken van schijnzelfstandigheid. Dat zou namelijk een gevaar zijn voor het sociale stelsel en slecht voor de schatkist. De wens van de Belastingdienst om kritischere naar zelfstandigheid te kijken is enerzijds ingegeven doordat de zzp-er relatief veel belastingvoordelen geniet. Anderzijds speelt mee dat het kabinet in 2014 meende dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt doorgeschoten zou zijn. Opdrachtgevers zouden zzp-ers inzetten waar zij “gewone werknemers” zouden kunnen inzetten en ontduiken daarmee de bescherming die het arbeidsrecht aan die personen zou geven (nu zij geen werknemers zijn). Bovendien hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen te betalen.

Hoe zit het eigenlijk met uw relaties, geheimhouding, intellectueel eigendoms-
rechten, etc?

Commissie Boot is uitermate kritisch over werkwijze Belastingdienst

Op verzoek van (toenmalig) staatssecretaris Wiebes analyseerde de Commissie Boot het stelsel van modelovereenkomsten en toetste dit aan het arbeidsrecht (het arbeidsrecht vormt immers de basis voor de Wet DBA). De uitkomst van de Commissie liegt er niet om: mensen die een algemeen model hebben gebruikt, zijn door de Belastingdienst op het verkeerde been gezet, de Belastingdienst is niet consistent, het civiele toetsingskader is niet goed toegepast, er is geen eenduidig criterium voor toetsing overeenkomsten, de rechtsgelijkheid is niet gewaarborgd, de Wet DBA is ambivalent en voldoet niet aan de doelstellingen, etc etc.

Maar hoe nu in de praktijk?

Inmiddels adviseer ik ruim een jaar over de toepassing van de Wet DBA in de praktijk en geef ik er ook regelmatig workshops over. Er wordt mij vaak gevraagd waarom de Belastingdienst het zo onduidelijk heeft gemaakt. Dat weet ik niet. Zoals het er nu uitziet, hebben we voorlopig echter wel met de Wet DBA te maken. De focus ligt daarom wat mij betreft op datgene dat u moet weten en waar uw mogelijkheden liggen.

Wat is belangrijk om te weten? Hieronder een paar opmerkingen

1. Het belangrijkste: de Wet DBA vormt geldend recht. U dient zich hieraan dus te houden.

Wiebes heeft 2017 aangemerkt als een implementatiejaar en benadrukte dat de Wet DBA tot 1 juli 2018 niet wordt gehandhaafd totdat er nieuwe criteria zijn ontwikkeld waarmee wel duidelijk is wie nu wel of geen (schijn)zelfstandige is. Dat betekent namelijk dat er tot 1 juli 2018 in beginsel geen naheffingen en boetes plaatsvinden bij niet-naleving van de Wet DBA. Een besluit over die criteria wordt pas door een nieuw kabinet aangemaakt. Twee zaken zijn hierbij van belang:

  • Wiebes introduceert de term “kwaadwillende”. Als sprake is van fraude of evidente afwijking van de Wet DBA wordt wel degelijk gehandhaafd, hetgeen tot naheffing en boetes kan leiden.

Het begrip “kwaadwillende”
“Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast).”

  • Dan is er nog de nieuwe term “goedwillende” en heeft Wiebes het over een “educatieve controle”. Dat laatste creëert wat onduidelijkheid. Als u goedwillend bent, althans niet-kwaadwillend, maar de Belastingdienst oordeelt dat u in de praktijk niet werkt conform de overeenkomst of u voldoet anderszins niet aan de geldende criteria, dan krijgt u (nog één keer) de gelegenheid uw werkwijze en/of de overeenkomst aan te passen. De Belastingdienst geeft u daarmee een soort vrijkaartje, want er wordt dan geen naheffing of boete opgelegd.

2. Werk niet klakkeloos met de modelovereenkomsten van de Belastingdienst

De modelovereenkomsten op de website van de Belastingdienst zijn slecht. De geel gearceerde delen zijn verplicht en moet u laten staan. Maar als u opdrachtgever bent of zzp-er, dan wilt u echt méér met de andere partij regelen dan in de modelovereenkomsten van de Belastingdienst staat opgenomen.

De modelovereenkomsten van de Belastingdienst bevatten in principe alleen de onderdelen die voor de Belastingdienst relevant zijn (de geel gearceerde tekstdelen). Daarnaast zijn een paar andere tekstdelen toegevoegd, maar dan nog schieten de modelovereenkomsten van de Belastingdienst aan alle kanten tekort.

Stel, u bent opdrachtgever, wilt u dan ook niet iets (volledigers) afspreken over relaties, geheimhouding, aansprakelijkheid, intellectueel eigendomsrechten, vrijwaring, nakoming, garanties, tussentijdse opzegging, etc., etc.?

Ook als u zzp-er bent, is het van belang te werken met een goede overeenkomst. Want wie draait er eigenlijk op voor de mogelijke naheffing en boetes? Het is wettelijk verboden dat de deze worden verhaald op de werknemer, maar ik zie in de praktijk dat een dergelijke bepaling toch nog wel eens wordt toegevoegd aan de modelovereenkomst.

3. Zit niet stil. Een goede overeenkomst hoeft niet duur te zijn

Denk niet dat u pas vanaf 1 juli 2018 in actie hoeft te komen. Zorg dat u bent voorbereid en implementeer de Wet DBA in uw dagelijkse manier van werken en zorg dat uw overeenkomsten daarmee overeenkomen.

Ik kan u hierbij helpen door met u na te gaan hoe uw bedrijf in de praktijk met zzp-ers werkt. Of hoe u als zzp-er werkt. Aan de hand daarvan adviseer ik u over wat voor soort overeenkomst u nodig heeft. Als u een “zuivere zzp-er” inhuurt of bent, kunt u volstaan met een reguliere overeenkomst van opdracht; u hoeft dan niet te werken met de modelovereenkomsten van de Belastingdienst. Maar als u wel wilt of moet werken met een modelovereenkomst, dan is het belangrijk deze overeenkomst aan te vullen met alle zakelijke afspraken die u met de andere partij wilt maken.

Nadat ik met u heb doorgenomen op welke wijze u werkt, ontvangt u van mij een fixed fee (vast bedrag). Dan is vooraf meteen duidelijk hoeveel een overeenkomst kost en het is voordeliger dan werken op uurtariefbasis. Mijn overeenkomsten zijn opgesteld in heldere taal, zodat voor iedereen duidelijk is wat er staat. Geen wollige en juridisch ingewikkelde bedingen die uit 6 regels bestaan en die u een paar keer opnieuw moet lezen om te begrijpen wat er nou eigenlijk staat.

En ieder artikel bevat een toelichting zodat u precies weet hoe u de overeenkomst moet invullen, voor deze opdracht én de soortgelijke opdrachten erna. Het is mijn streven u als klant “op te leiden” zodat u in staat wordt zelfstandig te werken. Niemand heeft toch zin afhankelijk te zijn van een advocaat? Leuker kan ik het niet maken, wel makkelijker (of was dat te makkelijk?).

Heeft u vragen over de Wet DBA, het werken met zelfstandigen of bent u zzp-er? Neem gerust vrijblijvend contact op.

bekijk hier de bijbehorende vlog