Werkgever betaalt bij diefstal lease-auto tijdens privé-gebruik

Datum: mei 10, 2017 Tags: werkgevers

Leaseauto’s, laptops, tablets en telefoons worden geregeld door de werkgever aan de werknemer ter beschikking gesteld. Vaak mag de werknemer de

zaken ook privé gebruiken. Maar wie betaalt eigenlijk de schade als de zaak tijdens privé gebruik wordt gestolen?

De casus

De Algemene Pensioen Groep N.V. (APG) stelde een werknemer een leaseauto ter beschikking die hij ook privé mocht gebruiken. De werknemer heeft de autosleutel per ongeluk uit het oog verloren, waarna de auto is gestolen. De verzekering van de leasemaatschappij biedt geen dekking bij “onzorgvuldig handelen” en keert niet uit. Op basis van de leaseregeling tussen APG en de werknemer vordert APG betaling door de werknemer van de geleden schade.

Privégebruik vs zakelijk gebruik

Omdat de diefstal plaats vond tijdens privégebruik, kon de werknemer zich niet beroepen op artikel 7:661 BW, waarin is bepaald dat de werknemer tijdens de uitvoering van zijn overeenkomst ten opzichte van de werkgever alleen aansprakelijk is voor diefstal in geval van opzet of bewuste roekeloosheid. Van opzet of roekeloosheid is in casus namelijk geen sprake.

De Hoge Raad

De HR overwoog allereerst dat het de werkgever is geweest die de werknemer heeft gebonden aan de verzekeringsvoorwaarden. Het was namelijk de leasemaatschappij (van de werkgever) die de auto elders had verzekerd. De werknemer had hierbij geen enkele betrokkenheid.

De HR hanteert als uitgangspunt wat in de wet (art. 7:952 BW) is bepaald over verzekeringen: “de verzekeraar vergoedt geen schade aan de verzekerde die de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt.” Volgens de wet geldt dus alleen geen dekking als sprake is van opzet of roekeloosheid. In de geldende polisvoorwaarden bleek echter ook geen dekking te bestaan voor schade als gevolg van “onzorgvuldig handelen”, waaronder deze diefstal zou vallen. De HR verbindt hieraan de conclusie dat de werkgever dus een beperkte (ongunstigere) verzekering heeft afgesloten.

Gelet hierop kwalificeert de HR de polisvoorwaarden van de verzekeraar/werkgever als een beperking ten opzichte van het wettelijke uitgangspunt. Ook betrekt de HR in zijn overweging dat een (nieuwe) leaseauto veelal allrisk wordt verzekerd. Ook dan is de auto alleen onverzekerd bij opzet of roekeloosheid.

De HR overweegt voorts dat de schade, als gevolg van niet-verzekerde diefstal niet te dragen is voor een werknemer. De HR acht het verder voor de hand liggend dat, nu de werknemer ten aanzien van de dekking geen keuzemogelijkheid heeft gekregen, hij zich onvoldoende heeft gerealiseerd dat hij niet was verzekerd voor eigen onvoorzichtigheid.

Gelet op al deze omstandigheden oordeelt de HR de werknemer niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de geleden schade.

Werkgever moet normale dekking afsluiten

Introductie nieuwe maatstaf

Hierbij introduceert de HR ook een nieuwe maatstaf die inhoud dat, indien de werkgever ervoor kiest geen verzekering met “normale dekking” af te sluiten en er een meer dan geringe schade ontstaat tijdens privégebruik van de zaak door de werknemer, de werkgever deze schade – op grond van goed werkgeverschap – niet mag verhalen op de werknemer. Met een gebruikelijke verzekering bedoelt de HR dat de verzekering alleen opzet en roekeloosheid uitsluit. De meer dan geringe omvang ziet op de schade die méér omvat dan redelijkerwijs – als prikkel voor voorzichtig en zorgvuldig gedrag – voor eigen risico van de werknemer is in te brengen.

Uitzondering op nieuwe maatstaf

De werkgever mag een dergelijke schade wel verhalen op de werknemer als de werkgever de werknemer heeft laten kiezen tussen enerzijds een volledige verzekering en anderzijds een beperkte verzekering met de mogelijkheid van verhaal op de werknemer. De meerkosten van de volledige verzekering mogen bij de werknemer in rekening worden gebracht. Dit – en meer – dient echter wel gespecificeerd te zijn vastgelegd in een arbeidsovereenkomst of geldende regeling.

In de praktijk

Met het onderhavige arrest is een nieuwe regel in het leven geroepen voor schade aan bedrijfseigendommen tijdens privégebruik door de werknemer. Het betekent dat werkgevers bedacht dienen te zijn op (i) de (door de leasemaatschappij) gekozen verzekeringsvoorwaarden en (ii) de wijze van formulering in de arbeidsovereenkomst en regelingen. Werknemers dienen er bewust van te zijn dat dergelijke schade niet zomaar op hen verhaald mag worden.

Uitspraak Hoge Raad d.d. 11 juli 2014
Vindplaats JAR 2014/193