De belangrijkste wijzigingen per 1 juli 2015
Beperking ketenregeling
Onder het oude recht ontstond van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd nadat meer dan 3 overeenkomsten voor bepaalde tijd waren gesloten en/of de gezamenlijke duur langer was dan 3 jaar. Indien de reeks langer dan 3 maanden was onderbroken, werd opnieuw geteld. Het voorgaande wordt ook wel de ketenregeling genoemd.
Met ingang van 1 juli 2015 volgt uit de ketenregeling dat na maximaal 2 jaar al van rechtswege een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. De onderbrekingsperiode wordt voorts verlengd van 3 naar 6 maanden. Ongewijzigd is dat er na 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.
De nieuwe ketenregeling is van toepassing op overeenkomsten die op of na 1 juli 2015 worden gesloten.
De transitievergoeding
Onder het oude recht werd de kantonrechtersformule als uitgangspunt gehanteerd bij het bepalen van de ontslagvergoeding. Vanaf 1 juli 2015 geldt in plaats daarvan de transitievergoeding. De werknemer heeft, kort gezegd, recht op de transitievergoeding indien de arbeidsovereenkomst:
- door de werkgever is opgezegd;
- op verzoek van de werkgever is ontbonden, of
- na einde van rechtswege op initiatief van de werkgever niet is verlengd.
De vergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar. Vanaf het 10e dienstjaar wordt dit een 1/2 maandsalaris per gewerkt jaar. De hoogte van de transitievergoeding is maximaal EUR 77.000, of maximaal één jaarsalaris indien de werknemer meer verdient dan EUR 77.000 per jaar.
De vergoeding is (onder meer) niet verschuldigd indien de beëindiging van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van verwijtbaar handelen door de werknemer, of wanneer de werknemer het initiatief tot beëindiging neemt.
Voor werkgevers geldt dat zij bepaalde kosten, zoals scholings- en outplacementkosten, in mindering mogen brengen op de transitievergoeding. Daarvoor moet de werkgever wel aan specifieke voorwaarden voldoen. De werknemer mag de transitievergoeding vrij besteden.
Uitzondering voor oudere werknemers (50 jaar en ouder)
Indien de werknemer op het moment van beëindiging of niet-voortzetten van de arbeidsovereenkomst 50 jaar of ouder is én de arbeidsovereenkomst tenminste 10 jaar geduurd heeft, dan bouwt de werknemer vanaf de 50ste verjaardag een transitievergoeding op van 1 maandloon per dienstjaar na 10 jaar dienstverband.
De regeling geldt niet voor kleine werkgevers (gemiddeld minder dan 25 werknemers in de 2e helft van het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt). Deze uitzonderingsregeling voor oudere werknemers vervalt per 1 januari 2020.
Billijke vergoeding
De werknemer kan vanaf 1 juli 2015 onder bijzondere omstandigheden recht hebben op een billijke vergoeding, eventueel naast de transitievergoeding. Deze vergoeding kan slechts door de rechter worden toegewezen en dan alleen in uitzonderingsgevallen.
Hoger beroep
Vanaf 1 juli 2015 is het mogelijk hoger beroep in te stellen tegen een beslissing op een ontbindingsverzoek van de kantonrechter. Daarna bestaat ook de mogelijkheid van cassatie bij de Hoge Raad. De beroepstermijn bedraagt 3 maanden.